Aquilegia vulgaris.Langs grasveld en in tuinen.
Overblijvend.
Bloei: april-juli.
Lapsana punctata.Ook wel: Arme simmen.
Aan de randen van het grasperk.
Eenjarig.
Bloei: juni-augustus.
^
Reuzenberenklauw.
Heracleum mantegazzianum.
Rondom de vijver, vooral noordzijde, maar veel minder in de afgelopen jaren (2023-2025).
Overblijvend, onkruid.
Wordt bestreden in de Binnenhof (en daarbuiten meestal ook). Aanraking kan ernstige schade toebrengen aan de huid.
Geranium sanguineum
Langs de lindelaan.
Bloei: mei augustus.
Stachys sylvatica
Langs het grasveld.
Bloei: juni-juli.
Kruipende boterbloem.
Ranaculus repens.
Grasperk.
Meerjarig.
Bloei: mei-juli.
Allium ursinum.
(Ook wel: Uienbloem, Boslook, Woutknooplook, Wilde knoflook, Borslook.
Langs de vijver.
Bloei: april-juni.^
Gewone melkdistel
Sonchus asteraceae
Langs de randen van het grasperk.
Bloei: juni-herfst.
Gele dovenetel.
Lamium galeobdolon.
Langs de vijver en randen van het grasperk.
Bloei: april-juni.
Doorgroeide duizendknoop.
Persicana amplexicaulis.
Bloei: juli-oktober.
Tellima Grandiflora.
Langs de vijver en langs het grasperk.
Bloei: mei-juni.
Dipsacus fullonum
Tweejarig.
Bloei: jul-september.
Calistegia sepium.
(Ook wel: Pispotje).
Op veel plekken. Hardnekkig onkruid, overblijvend. Windt zich om de stengels en takken van andere planten.
Bloei: juni tot herfst, daarom best te verwijderen vóór de bloei.
Carex pendula.
Langs de lindelaan. Kruidachtige plant met grasachtige vorm.
Oranje havikskruid.
Hieracium aurantiacum of Pilosella aurantiaca.
Grasveld.
Glechoma hederacea.
In het grasperk.
(On)kruid, kruipende plant.
Zie Grote kaardebol en Kleine kaardebol)
Dipsacus pilosus.
Langs het grindpad naar de vijver onder de treurwilg en langs de lindelaan.
Bloei: juli-augustus.
Geranium nodosum.
Bloei: mei-augustus.
Galium odoratum.
Alliaria petiolata.
Een- of tweejarig.
Carex acutiformis.
Grassoort.
Groot nagelkruid
Geum macrophyllum.
Bloei: juni-september.
Zie Bloedooievaarsbek,
Knopige ooievaarsbek, Robertskruid, Rotsooievaarsbek, Roze ooievaarsbek.
Taraxacum officinale.
In het grasveld.
Tweejarig en overblijvend.
Bloei: april-mei.
Cardamine pratensis.
Lysimachia punctata.
Onder de treurwilg achter de bamboe.
Geranium robertianum.
(Ook wel: stinkende ooievaarsbek, Groor robertskruid)
Bloei: april-november.
Myrrhis odorata.
Bij de vijver onder de treurwilg.
Anijsgeur. Lijkt op Fluitenkruid.
Geranium Endressii.
Wordt ook gebruikt als bodembedekker.
Potentilla indica.
Langs grasveld en in tuinen.
Bloei: mei-oktober.
Meconopsis cambrica.
Langs het grasperk.
Twee- tot meerjarig.
Symphytum officinale.
Langs grasperk.
Hyacinthoides hispanica.
Ficaria verna verna.
Bloei: maart-mei.
Chelidonium majus.
(Ook wel: wrattenkruid, zwaluwkruid)
Bloei: april tot in de herfst.
Mannetjesvaren.
Dryopteris filix-mas.
O.a. langs het pad naar de vijver, onder de treurwilg.
Zie Hangende zegge en Moeraszegge
Aegopodium podagraria.
(On)kruid, overblijvend.
Zevenblad is eetbaar, de bladeren kunnen bereid worden als spinazie. Gedroogd smaakt het naar peterselie. Als onkruid moeilijk te verwijderen omdat de wortelstok makkelijk afbreekt.